Op wat voor manier kunnen feestelijke rituelen de bestaande machtsstructuren in een gemeenschap bevestigen, toetsen of zelfs omver werpen? In mijn onderzoek richt ik mij op de dynamische wisselwerking tussen volksfeesten, macht, stedelijke ruimte en carnavalesk discours in historisch perspectief. Het decor van mijn analyses is dat van de vroegmoderne Franse stad, waarin verschillende historische actoren als gildes, stadsbestuur en koning met elkaar de strijd aangingen om hun machtsposities binnen het stedelijke kader te consolideren en te vergroten.
De feestelijke rituelen die ik bestudeer vallen onder de noemer popular politics. In de regel werden zij namelijk niet door officiële autoriteiten als kerk en staat geïnitieerd, maar door feestverenigingen die gevormd waren op beroepsgroep of op buurt. In de zestiende en zeventiende eeuw organiseerden deze verenigingen het gehele jaar door allerlei banketten, (ezel)parades en carnavaleske theaterstukken, die bijvoorbeeld tijdens Carnaval werden opgevoerd. Alhoewel deze feestrituelen als amusement voor henzelf en hun publiek bedoeld waren, kunnen zij daarnaast ook geïnterpreteerd worden als zowel impliciete als expliciete politieke handelingen. Feestrituelen waren namelijk een manier voor de feestvierders om kritiek te uiten op de autoriteiten en hun eigen machtspositie te vergroten. Ik benader volksfeesten dan ook als ‘machtsinstrumenten’ die door de verschillende stedelijke actoren gebruikt konden worden om hun positie te beïnvloeden binnen het urbane machtsspel.
In mijn onderzoek naar volksfeesten als ‘machtsinstrumenten’ kijk ik naar drie aspecten: taal, symboliek en ruimte. Met name het onderzoek naar het ruimtelijke aspect van deze rituelen kan nieuw licht werpen op de thematiek omtrent feest en macht. Op wat voor manier werden vroegmoderne volksfeesten beïnvloedt door de stedelijke ruimte waarin zij zich voltrokken en hoe gaven deze rituelen op hun beurt betekenis aan het omringende materiële kader? Welke politieke boodschap lag er verborgen in deze wederzijdse betekenisgeving? Hierbij kijk ik ook naar de wisselwerking die bestond tussen deze materiële machtswerking qua ruimte en de immateriële machtswerking qua symboliek en linguïstiek discours.
Welke stad is er nu geschikter om dit onderzoek uit te voeren dan Parijs, de stad waar van oudsher grote nadruk heeft gelegen op het ruimtelijke aspect wanneer het ging om het sturen en bestuderen van (feestelijk) protest en andere ingrijpende sociale gebeurtenissen? De geschiedenis van de Parijzenaren is terug te zien in de vorm en veranderingen van de materiële stedelijke structuur van hun stad – zo waren de grootscheepse hervormingen van de negentiende-eeuwse stedenbouwkundige en tevens staatsman Hausmann bewust gericht op sociale sturing. Deze spatial politics zijn echter geen negentiende-eeuwse uitvinding maar voeren terug tot de politieke cultuur van het Ancien Régime dat ik bestudeer. In de Franse geschiedschrijving en sociale wetenschappen kent de problematiek omtrent de wisselwerking tussen macht en ruimte daarnaast een lange traditie, onder andere in het werk van Henri Lefebvre en zijn ideeën over de ‘sociale productie’ van de ruimte.
Tijdens mijn onderzoeksjaar in Parijs werk ik de bovengenoemde thematiek uit binnen het academische kader van de École des Hautes Études en Sciences Sociales (EHESS), waar ik sinds kort als PhD-student aan het Centre des Recherches Historiques (CRH) verbonden ben. Ik profiteer volop van het rijke internationale academische leven dat een stad als Parijs me biedt, door veelvuldig in contact te zijn met diverse Franse en internationale experts. Hierdoor kan ik niet alleen met gelijkgestemde historici van gedachten wisselen, maar ook ideeën opdoen uit verschillende onderzoeksstromingen en disciplines. Ook volg ik een uitgebreid en divers palet aan seminars, aan de EHESS, maar ook aan de Sorbonne Universiteit, de École Normale Supérieure en onderzoeksinstituten als het Institut Historique Allemand. Om zelf ook een actieve bijdrage te leveren aan dit Parijse academische leven neem ik daarnaast deel aan verschillende (internationale) wetenschappelijke concours, colloques en congressen. Concluderend vormt dit onderzoeksjaar een overweldigende, maar bovenal sterk inspirerende en tevens vormende ervaring, op een niveau dat enkel een stad als Parijs mij kan bieden.
Eva van Kemenade (1993) studeerde geschiedenis en filosofie aan de UvA, de RUG en de Sorbonne. In 2018 won zij de Prix de Paris voor haar onderzoek naar de wisselwerking tussen macht, volksfeesten en popular politics in vroegmoderne steden. Momenteel woont zij in Parijs, waar zij haar onderzoek voortzet als PhD aan de École des Hautes Études en Sciences Sociales (EHESS).
Meer informatie over de Prix de Paris:
Brochure