De taal van Molière is een taal met lange en ingewikkelde maar prachtig lopende zinnen en veel gepraat, met vrienden en vreemden, bij de bakker of in de metro. Attention à la marche en descendant du train schalt er uit de luidsprekers in de metro als deze piepend tot stilstand komt bij Alésia, waar ik uit stap om boodschappen te doen. Die zin – attention à la marche en descendant du train – lijkt een onmogelijk lange. Ik moet denken aan de metro in Londen, het enige andere metrosysteem dat ik goed ken, waar de waarschuwing om er voor te zorgen dat je niet tussen metro en perron terecht komt mind the gap is. De Franse zin lijkt hopeloos lang en omslachtig vergeleken met de Engelse uitspraak. Tegelijkertijd rolt de Franse zin veel beter van de tong, je kan het zeggen zonder pauze.
Assurez-vous de ne rien oublier à bord is een andere Parijse metrowaarschuwing. Zorg er voor dat je niets achterlaat. De vrouw die het bandje heeft ingesproken spreekt snel, zoals het een Parisienne betaamt, en de zin rolt in een adem van haar tong, waardoor ik pas na enkele tientallen keren de klanken te hebben gehoord precies doorheb wat er wordt gezegd. De Franse metrowaarschuwingen zijn deel geworden van mijn dagelijks leven en het zijn de Franse zinnen en woorden die ik zonder meer het meest hoor.
Hoewel ik al genoeg Frans sprak om me verstaanbaar te maken voordat ik naar Parijs vertrok, krijg ik nu pas het gevoel dat ik me de Franse taal eigen kan maken. In tegenstelling tot het Nederlands of het Engels is de taal veel vloeiender. De verschillende woorden horen echt bij elkaar en lijken zonder elkaar geheel hun betekenis te verliezen. In de metro is het een kakofonie van verschillende Franse accenten, woorden en zinnen door elkaar heen. Parijzenaren van alle soorten en maten komen hier samen en bespreken hun dagelijkse beslommeringen, elkaar overstemmend totdat er een Francofoon concert ontstaat. Ik krijg er met mijn buitenlandse oren minder dan de helft van mee.
Attention ! Pour cause de travaux, cette station est exceptionnellement terminus en terwijl tout le monde zich haast om de metro te verlaten laat ik me meevoeren door de stroom, nog verdiept in mijn metro-boek. Ik lees Harry Potter in het Frans, een goede manier om vertrouwd te raken met het geschreven Frans zonder dat ik om de zin naar een woordenboek moet zoeken. Ook de beroemde tovenaarswereld heeft in het Frans een hele andere smaak. Harry heeft een baguette magique en gaat naar Poudlard. In eerste instantie roept dit bij mij vooral beelden van zwevende stokbroden op, maar inmiddels ben ik al aan deel twee in het Frans bezig en zijn de woorden onderdeel geworden van de wereld van Harry Potter, net zoals Zweinstein en Hogwarts. Toch wil ik ook graag échte Franse boeken lezen en daarom wissel ik Harry Potter af met een romannetje van Tatiana de Rosnay en een toneelstuk van Sartre. Maar ik weet niet welke moderne Franse romans – geschikt als lectuur in de metro – ik écht moet lezen. Wie is de J.K. Rowling van Frankrijk? Of de Sartre van 2017?
Een andere metrolijn inlopend valt het me op dat de metrowaarschuwingen hier een stuk houteriger klinken en daarom meteen minder Frans. Het klinkt een beetje zoals een Engels kinderboek dat is vertaald naar het Frans: het klopt wel, maar onder het oppervlak sluimert de niet-Francofone buitenwereld. Het houterige Frans wordt gevolgd door een Engelse, Spaanse, Duitse en zelfs Japanse herhaling. Parijs blijft toch een wereldstad waar het Francofone metroconcert zich óók vermengt met het Engels, Duits, Arabisch en Mandarijn van expats, toeristen maar ook vluchtelingen. Ik ben overigens niet de enige die Harry Potter in de metro leest. Als de vrouw naast me mij lachend aankijkt, snap ik eerst niet waarom, totdat ik haar boek zie. Dan moet ik ook lachen. Ze is één deel verder dan ik.