Dit artikel is opgesteld door de organisatoren van de Erasmus-Descartes Conferentie: de Nederlandse ambassade in Parijs en de Franse ambassade in Den Haag.
Jaarlijks organiseren de Nederlandse ambassade in Frankrijk en de Franse ambassade in Nederland de Erasmus-Descartes Conferentie (EDC), een bilaterale expertmeeting op het vlak van economie, innovatie, onderzoek en cultuur. Thema van deze 18e EDC was ‘duurzame mode, duurzame materialen’ en deze editie was in meerdere opzichten een bijzondere. Zo was het de eerste keer dat de conferentie geen dagprogramma kende, maar plaats had op vier opeenvolgende vrijdagen in november en december. En natuurlijk geheel virtueel – live via Zoom en terug te kijken op YouTube.
Daarnaast kende de conferentie een dynamische website waar geïnteresseerden naast een essay van de moderator en sprekersprofielen ook verschillende interviews met vooraanstaande professionals konden en nog altijd kunnen lezen. In verslag hieronder volgens slechts enkele punten uit de conferentie. Wie meer de diepte in wilt, verwijzen we naar de webinars op YouTube en naar de speciale EDC2020-site.
Een belangrijk en terugkerend element in de Erasmus Descartes Conferentie is het optreden van ‘jonge talenten’. Georganiseerd in samenwerking met het NUFFIC, het Réseau Franco-Néerlandais in Lille werd in aanloop naar de conferentie een groep van 13 talenten geselecteerd. Deze studenten en startende professionals uit Nederland en Frankrijk bereidden zich samen met professionals uit de sector inhoudelijk voor. Vervolgens zagen we ze terug in ieder van de vier webinars, waar ze ook op het virtuele podium zaten en met hun interventies de discussie wisten te stimuleren.
De R-ladder
De opzet en inhoud van de vier webinars volgden de R-ladder voor de circulaire economie en de modeproductieketen. Dit vertaalde zich in afzonderlijke thema’s voor ieder van de vier webinars:
Webinar 1: Refuse & Rethink (YouTube 1 NL / FR)
De keynote van Louise Fresco, Universiteit van Wageningen, zette de toon voor de EDC. Fresco showde ons tijdens haar live speech meerdere niet alleen mooie, maar ook duurzame kledingstukken met een uniek verhaal. Zoals een Japanse kimono van 42 jaar oud. We moeten op een andere manier gaan kijken naar wat waarde heeft, niet steeds wat nieuws najagen, maar juist een relatie opbouwen met wat in de tijd met ons meegaat.
Fresco benadrukte dat duurzame mode niet is wat je in de winkel koopt, maar het hele proces dat eraan voorafgaat en dat zich doorgaans aan het directe gezichtsveld van de consument onttrekt. Fresco riep de modesector op te veranderen, meer nadruk te leggen op kwaliteit en duurzaamheid en de overheid om dit proces te stimuleren. Ook consumenten zouden bij zichzelf te rade kunnen gaan. Draag kleding langer, gun kledingstukken een nieuwe kans als je ze niet meer draagt, geef ze weg. Fresco brak ook een lans voor onderzoek naar nieuwe materialen, maar pleitte tegelijk voor realisme, want katoen is niet zomaar verdwenen, dat zou ook niet goed zijn voor de vaak armere landen waar mensen in de katoenindustrie werken. Die katoenproductie moet wel schoner, en mensen die hierin hun brood verdienen, moeten dit veilig kunnen doen en hier een redelijk salaris voor ontvangen.
Tijdens de ronde tafel was de conclusie dat het grootste probleem, zoals uitgelegd door Danielle Bruggeman (ArtEZ), de daling van emotionele waarde van onze kleding is. We leven in een wegwerpcultuur. Nieuwe businessmodellen bieden een oplossing. Produceren op aanvraag bijvoorbeeld. Of een lokale productieketen. Ontwerper en consument moeten elkaar weer beter leren kennen; daar is aan beide kanten inspanning voor nodig. Vanwege de complexiteit van de productieketen en consumptiepatronen hebben we meer (internationale) dialogen nodig om bewustwording te stimuleren en ideeën en best practices uit te wisselen – zoals deze conferentie.
Webinar 2: Rethink & Reduce (YouTube 2 NL / FR)
De textielindustrie heeft eeuwenlang een grote rol gespeeld in het economisch leven van Noord-Frankrijk. Maar nu rethinkt de regio deze productieketen. Roubaix, waar deze conferentie oorspronkelijk zou plaats vinden, was de regionale hoofdstad van textiel. Door globalisering en verplaatsing van de productie stortte die industrie ineen, net als in Twente en Tilburg. Noord-Frankrijk houdt de traditie echter vast en specialiseert zich nu in research en textielonderwijs, en met succes. Daarom stond de tweede webinar op 27 november in het teken van deze regio. Beroemd is de universiteit voor toegepaste wetenschappen ENSAIT, waar textielingenieurs worden opgeleid. De onderwijsinstelling kent ook een specialisatie duurzaamheidsstudies.
Dat de milieu-impact van de modesector groot is, bleek wel uit het feit dat kledingwinkel ZARA in 2018 1,25 miljoen kledingstukken per dag produceerde. En veel van die kledingstukken worden relatief kort gedragen, snel weggegooid…
Een circulaire keten begint bij onderwijs. Onderzoekers, zoals bij het ENSAIT en Saxion, ontwikkelen nieuwe materialen van andere gewassen die minder belastend zijn en andere composities die makkelijker te recyclen zijn, en zelfs textiel dat zonder chemicaliën kan worden geverfd. Het bewustzijn van de negatieve impact van de textielindustrie op klimaat en milieu groeit onder studenten en docenten.
Maar wat ook moet blijven groeien, vertelde Andrée-Anne Lemieux van IMF, is de economie. In haar woorden: “Economische groei en circulaire economie gaan hand-in-hand”. De luxe sector zet daarom sterker in op duurzame materialen om de bewuste consument aan zich te binden. Eerste stappen richting meer internationale samenwerking zijn al gezet. Op regionaal niveau werkt Saxion met het Franse cluster Euramaterials samen aan het Europese TexPlus-project. Kering en IFM werken al nauw samen met Fashion for Good. En ook de Universiteit van Wageningen werkt aan een samenwerkingsproject met Frankrijk en België. Zo geven deze partijen op lokaal vlak het goede voorbeeld, om vervolgens gezamenlijk te helpen het globale probleem aan te pakken. Contacten op deze conferentie gelegd of aangehaald, krijgen de komende tijd verder vorm in samenwerkingsprojecten met Nederlandse en Franse partners.
Webinar 3: Reduce & Reuse met focus op werkkleding (YouTube 3 NL / FR)
Waarom is werkkleding beter recyclebaar dan ‘normale’ kleding? Ten eerste omdat werkkleding vaak gemaakt is van maar twee textielsoorten, katoen en polyester. Beide stoffen zijn goed recyclebaar, met name polyester. Een ander verschil is dat werkkleding van hogere kwaliteit is dan wat je bijvoorbeeld bij de H&M vindt, want werkkleding moet wel tot 50 keer op hoge temperaturen gewassen kunnen worden en toch in goede staat blijven; daardoor blijft het ook beter recyclebaar.
Het panel concludeerde daarom dat transparantie belangrijk is, zodat recyclers goed weten welk materiaal ze in handen krijgen. Net als voorlichting van de consument, zodat kleding in goede staat blijft. Ten slotte deed het panel een oproep aan onze overheden om bij aanbestedingen van uniformen goed de duurzaamheid én sociale aspecten als criteria mee te nemen. Daarbij moeten overheden de ‘true price’ in acht nemen: goede producten zullen wat duurder uitvallen door extra
aandacht voor arbeidsomstandigheden en milieu. Overheden zouden als werkgever van onder andere de politie, de zorg, brandweer en leger zelf voorop moeten lopen, het goede voorbeeld moeten geven, door ervoor te zorgen dat de werkkleding in deze sectoren behalve functioneel ook zo duurzaam mogelijk is.
Webinar 4 Reuse & Recycle met focus op denim (YouTube 4 NL / FR)
De vierde en laatste webinar ging over denim. Staatsecretaris Van Veldhoven (I&W) opende de webinar. Van Veldhoven refereerde aan de duurzame Denim Deal tussen Nederlandse en internationale partijen.
De consument wil geen schuldgevoel krijgen over haar consumptiegedrag; een betere emotionele reactie zal tot stand komen door de positieve kanten te benadrukken. Daar kan humor een belangrijke rol bij spelen. Duurzaam kan namelijk ook mooi en leuk zijn! Als de consument een bewerkte spijkerbroek wilt, zeg dan niet dat het bewerkingsproces te veel water en chemicaliën gebruikt; maar vertel het mooie verhaal en benadruk de goede keuze voor een onbewerkt en
gerecycled type vezel.
De oplossing die tijdens elke webinar naar voren kwam is: traceerbaarheid en transparantie. De consument moet in één oogopslag kunnen zien hoe en waar de jeans is geproduceerd en welke impact dat heeft op het milieu. Dat was de aanleiding voor Thomas Huriez van 1083 om even uit het beeld te stappen, zijn broek uit te doen, en weer terug te komen met zijn broek in zijn handen, om ons het label van 1083 te laten zien. Daarop staan de productiestappen beschreven en welke daarvan in Frankrijk zijn gedaan. Dat is een goede opdracht voor de overheid, vonden de sprekers: om alle labels die al bestaan te bundelen tot een gemakkelijk interpreteerbare duurzaamheidsscore.
Vooruitblik 2021
Louise Fresco haalde het tijdens haar keynote speech al aan: er verandert echt iets nu de luxe modemerken die steeds vaker en steeds nadrukkelijker duurzaamheid omarmen. Deze verandering is van betekenis omdat deze merken van grote invloed zijn op de kledingbedrijven die voor de massa produceren.
De EDC maakte duidelijk dat er kansen zijn om duurzame mode meer vanzelfsprekend te laten worden. Daarvoor is verdergaande samenwerking en uitwisseling nodig tussen overheden, onderwijsinstellingen, ondernemers, onderzoekers en consumentenorganisaties. Internationale samenwerking hoort daar zeker ook bij, tussen Nederland en Frankrijk, binnen Europa en mondiaal.
De Nederlandse Ambassade in Frankrijk en Franse ambassade in Nederland blijven zich inzetten voor dit doel, door (online) events te organiseren, samenwerkingsverbanden te ondersteunen en kennis te delen. En voor Nederlandse mode-ondernemers met ambities in Frankrijk hebben wij een speciaal platform in Parijs, het Atelier Néerlandais. Daar kunnen ondernemers, instellingen en zelfstandigen in de creatieve bedrijfstakken terecht voor modeshows, vergaderingen en meer. Een laagdrempelige plek voor de makers, in het hart van Parijs.
De volgende en 19e editie van de Erasmus-Descartes conferentie zal plaatsvinden in Nederland, in
Rotterdam en heeft als thema: ‘Een nieuw perspectief voor de stad: van afval naar innovatieve
materialen’.
Zo gaan we op dezelfde circulaire voet door als in 2020. Ditmaal met de focus op onze dagelijkse en professionele bezigheden, in het bijzonder op de mensen die steden transformeren door ze te bouwen en af te breken. Hergebruik van bestaande materialen lijkt ons een geschikt onderwerp voor bilaterale samenwerking.
De uitdaging is groot: 30% van het afval in de wereld wordt gegenereerd in steden. Gelukkig is er ook een grote drive van stakeholders om hard te werken aan duurzame steden, waar huidige materialen getransformeerd worden naar innovatieve stadsoplossingen. Nederland kent, net als Frankrijk, talloze geslaagde experimenten in dit domein. Met name de stad Rotterdam waar dan ook de volgende Erasmus-Descartes Conferentie plaats zal vinden eind 2021.